maandag 25 april 2016

Ruimte

Het zal niemand verbazen dat men uiterst hoffelijk met elkaar omgaat in deze stad vol Weense dames met hondjes en heren die nog sigaren roken. Als buitenlander laat je je dan weer snel kennen.


Zo laat men mensen met weinig boodschappen in de rij bij de supermarkt voorgaan. Ik vond het nogal onbeleefd dat een vrouw aangaf dat ze voor mij wilde met haar ene boodschapje, maar een dag later werd het mij aangeboden toen ik met een boodschapje in de rij stond. En als mensen hun spullen al op de band gelegd hebben en ze zijn iets vergeten, dan vragen ze eerst toestemming aan de kassajuffrouw of ze nog even de winkel in mogen rennen. Je ziet: ik kom vooral in de supermarkt.


Omdat ik met een stok loop, word ik nog hoffelijker behandeld. Mensen staan voor me op in de tram, houden hun pas in op de stoep om me ruimte te geven, rapen de stok voor me op als ik hem laat vallen. Het grappige is dat ik er aan gewend raak. Op weg naar de supermarkt hoef ik intussen geen stok meer (Hoera!), maar mijn lichaam verwacht nog wel dat mensen hun pas inhouden om me ruimte te geven. Dat doen ze dan natuurlijk niet.


En dan de zebrapaden natuurlijk. Heilig zijn ze. Ik heb al meermalen bijna voetgangers van de sokken gereden op mijn snelle fiets. Het zit gewoon niet in mijn systeem: stoppen voor een zebrapad.


Maar die hoffelijkheid is ook wel makkelijker als je zoveel ruimte hebt met zoveel uitstekende voorzieningen. Wenen is een dure stad, maar de beschaving is er tot in de puntjes geregeld. Niet voor niets was Wenen het enige kiesdistrict dat afgelopen zondag niet FPÖ-blauw kleurde bij presidentsverkiezingen, maar groen.


Goede wegen, fietspaden zelfs, prachtige grote parken, chique winkels, smakelijke restaurants, een waan-zin-nig cultuuraanbod. Elke 5 minuten een tram. Als het een keer 7 minuten duurt, kijken Weense dames en heren geërgerd op de dienstregeling: "Noch nicht da? Ist das ein Witz oder etwas?" En dan telefooncellen. Werkelijk op elke straathoek één. Nieuw. Goed onderhouden. Ik heb nog nooit iemand zo'n ding zien gebruiken. Waarom zou je ook?


En er zijn dertig verschillende zwembaden waar ik uit kan kiezen, waarvan 3 redelijk in de buurt. Het ene nog zonniger en schoner dan het andere, en half leeg. Heerlijk is dat. Hoe minder mensen hoe beter. Maar efficiënt met ruimte omgaan, daar hebben Weners zich nog nooit mee bezig gehouden. In Engeland heb ik dat echt geleerd. Daar zijn mensen beleefd met minieme ruimte voor iedereen. Daar zeggen mensen sorry als jij op hún tenen staat of ze per ongeluk een por geeft.


In het Oxfordse zwembad hadden we het zwemproces zonder enige verbale communicatie geoptimaliseerd: allemaal in banen, rechts houden (of stuurboord wal - ja, óok in Engeland) en zo hard mogelijk achter mekaar aan zwemmen. Dan krijg je wel 12 mensen in een baan van 2 x 25 meter heen en terug x 6 banen is 72 mensen zonder hinder in één bad. Zodra je merkt dat iemand sneller is, laat je hem voorgaan bij het keerpunt. Dan heb je ook geen last meer van elkaar.


In die halflege zwembaden in Wenen hebben ze nooit hoeven optimaliseren. Als ze er al banen hebben afgebakend, dan houden de zwemmers niet altijd rechts, zodat er soms al problemen ontstaan met meer dan 2 mensen in een baan, en ze laten je niet voorgaan als je sneller bent zodat je achter zo'n spetterende bierbuik moet blijven hangen. En ik kan je vertellen: zo'n bierbuik _hangt_ onder water - als een zak aardappelen aan een hoogwerker...


Ik blijf me maar verbazen over dat zwemverkeer, maar zolang ik nog voetgangers van het zebrapad affiets, durf ik er nog niets van te zeggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten