zondag 27 maart 2016

Badgast





Wenen is opgedeeld in woonwijken (Bezirke) met nummers. Ik vind dat altijd wat lugubers hebben: nummers in plaats van namen, maar het begint te wennen. Ik woon in het Neunte. Dat is op stand, kan ik je vertellen. Vlak bij het centrum - niet de lasten ervan, wel de lusten, prachtige fin-de-siècle huizen. Het gele is het mijne - ik woon aan de achterkant - lekker stil.
En direct aan de overkant staat deze kerk
waar ik af en toe even stieken naar binnenglip om een kaarsje te branden voor mijn pappie en mijn tante Eva:
Maar vandaag was ik in het Zehnte Bezirk. Dat is om de hoek, zou je zeggen, maar nee. Bij 9 was de eerste ring rond de binnenstad vol en begonnen ze helemaal aan de andere kant van de stad met verder tellen. Als de Staatsliedenbuurt 9 is, dan is de Bijlmermeer 10. Ook qua sociale status.


Wat deed ik daar in het Zehnte? Omdat mijn beste vriendinnen van zins zijn alle roeiclubs in Wenen op te bellen om ze op te dragen me bij de deur van het boothuis tegen te houden - en bedankt hè dames! - ga ik dan maar wat anders verzinnen om m'n heup verder te vernaggelen.


Het Zehnte bestaat voor een deel uit tamelijk deprimerende naoorlogse hoogbouw. Maar het herbergt ook het mooiste zwembad van de stad: het Amalienbad, gebouwd in 1926 - hetzelfde jaar als mijn huis in Utrecht, maar volkomen anders van stijl.
Ik heb nog nooit zo'n mooi zwembad gezien. En op Paasmorgen zitten alle Weners of aan hun Paasontbijt of in de kerk (die ik zojuist voortijdig had verlaten), dus het was nog lekker rustig ook.
Het Amalienbad is mooi, maar een van de redenen dat ik het gaaf vind, is dat ik geïmponeerd word. Ik geef het niet graag toe, maar het is wel zo: het zwembad doet intimiderend en disciplinerend aan. Een sanatorium in de mildste der lezingen, een panopticon-gevangenis in de scherpste.
En de mores in het zwembad zijn daar helemaal op ingesteld. Elke foto heeft een klok, zie je dat? Je kan precies zien wanneer ik waar was en dat ik de presentatievolgorde van de foto's heb omgedraaid.


Er zijn ook hele strenge badmeesters en vooral -juffen, die je continue de indruk geven dat het een gunst is dat je in dat zwembad mag zwemmen. Daar wordt op het internet enorm over geklaagd. Nurse Ratched van One Flew over the Cuckoo's Nest is er een engeltje bij vergeleken (dat is de meest politiek correcte vergelijking die ik kan verzinnen).


En al die celdeurtjes zijn cabines. Net als bij de röntgenkamer in het ziekenhuis. Je komt de cabine aan de ene kant binnen en sluit die deur af met een neerklappend bankje. Dan kom je aan de zwembadkant weer naar buiten en van die deur heb je een sleutel. Het is erg handig, vooral als je een stok bij je hebt die niet zomaar in een kluisje past. Maar ook in de cabine moet je netjes doen wat de autoriteiten zeggen:
Ook dat is heel handig, want de druppels van je natte haren vallen zo niet in je schoenen. Er is echt over nagedacht en als je nu maar gewoon netjes doet wat je opgedragen wordt, heb je heus een uiterst aangename zwemervaring. Ik heb een uur lang heerlijk gezwommen, zonder pijn.


Eén puntje van orde heb ik nog wel voor de dames en heren zwemopzichters - alleen dat durfde ik nog niet te zeggen vandaag: ze hebben geen banen afgezet. Iedereen zwemt door elkaar, dus als borstcrawler moet je tussen de kletsende oma's en spelende kinderen doorslalommen. "Dat doen we in het stadsverkeer toch ook niet!" wordt er op de website wanhopig gereaguurd, maar daar trekken ze zich bij het Amalienbad helemaal niets van aan. Badegäste zijn gasten, geen klanten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten